Paragraaf 1: Pluriformiteit in Nederland.

Cultuur: Een verzamelnaam voor de normen en waarden die je van je ouders meekrijgt. Dus welk geloof je hebt, wat je belangrijk vindt en hoe je jezelf uit. Dat krijg je allemaal mee in jouw cultuur.

Nature-nurturedebat: een discussie tussen mensen die vinden dat het gedrag het meest wordt bepaald door genen (nature) en mensen die vinden dat het gedrag vooral in de opvoeding zit (nuture).

Cultuurkenmerken: De manieren waarop je een bepaalde cultuur kan herkennen. Dus bijvoorbeeld een hoofddoek bij een moslim of een keppeltje bij een jood.

Cultuurgroep: Een groep mensen met dezelfde cultuur. Dus een groep islamieten of een groep hindoestanen.

Multicultureel: Een land met veel verschillende nationaliteiten. In Nederland heb je namelijk heel veel verschillende nationaliteiten. Je hebt bijvoorbeeld Turken, Marokkanen, Aziaten, Hindoestanen, Boeddhisten of Poolse mensen.

Allochtoon: Iemand die in een ander land is geboren of één van zijn/haar ouders zijn in een ander land geboren, bijvoorbeeld Poolse mensen die hier kwamen wonen vanwege hun baan, als die hier vervolgens kinderen krijgen, zijn die kinderen nog steeds allochtoon. Tegenwoordig mag het woord ook eigenlijk niet meer gebruikt worden.

Autochtonen: Mensen die in het land wonen waar zowel zij als hun beide ouders zijn geboren. Dit woord mag tegenwoordig ook niet meer gebruikt worden.

Pluriforme samenleving: Een veelvormige samenleving. In de Nederlandse pluriforme samenleving bestaat een grote culturele diversiteit, leven verschillende mensen met verschillende culturen deels naast en deels met elkaar en vormen alle inwoners samen de Nederlandse cultuur.

Culturele diversiteit: Er bestaan veel verschillende groepen van mensen met dezelfde cultuur. Dus dat er verschillen zijn in de cultuur van de inwoners van Nederland.

 

 

Grondwet: Dit is de belangrijkste wet van Nederland. In deze wet staan onder andere de rechten en plichten van de burgers en de bevoegdheid van de koning, het parlement en de regering. Er staat bijvoorbeeld in de grondwet dat iedereen het recht heeft om te geloven waarin diegene in wil geloven en dat mensen vrijheid van meningsuiting hebben. Zonder deze wet is Nederland amper te regeren.

Dominante cultuur: Kenmerken van de Nederlandse cultuur die iedereen accepteert. Zoals het spreken van de Nederlandse taal en het vieren van koningsdag. Niemand heeft hier dus problemen mee. Ze noemen dit ook wel de belangrijkste cultuur in een land of samenleving.

Tolerantie: Het accepteren van mensen met een andere cultuur of andere ideeën over bepaalde onderwerpen. Dus bijvoorbeeld als iemand een hoofddoek draagt omdat ze moslim is dan accepteer je haar cultuur gewoon en voor wie ze is. Dat er dus geen verschillende groepen ontstaan die een haat en elkaar hebben.

Subculturen: Binnen een bepaalde cultuurgroep zijn er mensen die afwijken van de originele ideeën. Ze hebben dus net iets andere normen en waarden dan de dominante cultuur.

Tegencultuur: Een groep mensen die protesteren tegen de dominante cultuur of er zelfs geweld voor gebruiken. Bijvoorbeeld als een groep mensen er tegen is dat er een zwarte piet is tijdens sinterklaas, dan vormen zij een tegencultuur voor de dominante cultuur. Omdat in de dominante cultuur wel gewoon zwarte piet voorkomt.

Feminisme: Een vorm van tegencultuur. Een groep vrouwen die opkomen voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen. Dus dat vrouwen hetzelfde betaald krijgen als mannen, dat vrouwen mogen stemmen en dat vrouwen zelf mogen bepalen of ze abortus plegen of niet.

Antiglobalisten:  Een vorm van tegencultuur. Een groep mensen die zich verzetten tegen de overheersende rol van het westerse kapitalisme in de wereld en vinden dat de welvaart eerlijker verdeeld moet worden.

Vindt jij dat de woorden allochtoon en autochtoon afgeschaft moeten worden?

Maak jouw eigen website met JouwWeb